Art. 10. Une amende administrative de 250 à 25.000 euros peut être infligée s'il ressort d'une décision définitive de l'ORL ou d'une décision définitive d'une juridiction qu'une partie refuse abusivement le droit d'accès à l'infrastructure physique visé aux articles 4 et 5 ou enfreint les obligations visées aux articles 6 et 7.
Art. 10. Een administratieve geldboete van 250 tot 25.000 euro kan opgelegd worden als blijkt, uit een definitieve beslissing van de IGB of uit een definitieve beslissing van een gerechtelijke instantie, dat een partij het recht van toegang tot fysieke infrastructuur, vermeld in de artikelen 4 en 5, onterecht weigert, of een inbreuk pleegt op de verplichtingen, vermeld in de artikelen 6 en 7.