Art. 2. Le commandant d'un bateau naviguant sur l'Escaut est exempté de l'obligation visée à l'article 9, premier alinéa, du Règlement de l'Escaut, lorsque le commandant ou l'officier compétent en charge de la navigation effective, est en possession d'une déclaration d'exemption, délivrée par les commissaires ou au nom de ces derniers par l'(les) autorité(s) compétente(s) du trajet auquel l'exemption a trait.
Art. 2. De gezagvoerder van een Scheldevaarder is vrijgesteld van de in artikel 9, eerste lid, van het Scheldereglement bedoelde verplichting, als de gezagvoerder of een bevoegd officier die feitelijk de navigatie leidt, in het bezit is van een verklaring van vrijstelling, afgegeven door de commissarissen of, namens hen, door de bevoegde autoriteit of bevoegde autoriteiten van het traject waarop de vrijstelling betrekking heeft.