Le juge a quo demande à la Cour si la double limitation découlant des articles 2.6.1, § 3, 4°, et 2.6.2, § 2, du Code flamand de l'aménagement du territoire est contraire aux articles 10, 11 et 16 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 1 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme.
De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of de dubbele beperking die voortvloeit uit de artikelen 2.6.1, § 3, 4°, en 2.6.2, § 2, van de VCRO strijdig is met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.