Afin d'éviter les difficultés administratives et budgétaires qui découleraient de l'annulation de l'article 15 de la loi attaquée et afin de permettre à la Belgique de poursuivre la mise en oeuvre de la directive 2009/18/CE, il convient, par application de l'article 8, alinéa 2, de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour constitutionnelle, de maintenir les effets de l'article 15 annulé jusqu'à ce que le législateur ait fait entrer en vigueur une modification législative - et, le cas échéant, conclu un accord de coopération (B.17.7) - et jusqu'au 31 décembre 2014 au plus tard.
Teneinde de administratieve en budgettaire moeilijkheden te vermijden die uit de vernietiging van artikel 15 van de bestreden wet zouden voortvloeien en België in staat te stellen verdere uitvoering te geven aan de Richtlijn 2009/18/EG, dienen, met toepassing van artikel 8, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de gevolgen van het vernietigde artikel 15 te worden gehandhaafd tot de wetgever een wetswijziging in werking heeft doen treden - en in voorkomend geval een samenwerkingsakkoord heeft gesloten (B.17.7) - en uiterlijk tot 31 december 2014.