En
ce qui concerne le délai de forclusion de l'exercice du droit à déduction, l'article 4 de l'arrêté royal nº 3, du 10 décembre 1969, relatif au
x déductions pour l'application de la TVA, doit encore être adapté afin de mettre ce délai en concordance avec le délai précité applicable à l'action en recouvrement, de manière telle que lorsque les formalités auxquelles l'exercice du droit à déduction est subordonné, sont remplies tardivement et, plus spécialement, lorsque la facture visée à l'article 3, § 1 , 1º, a été délivrée après le dé
...[+++]lai fixé par l'article 4, § 1 , de l'arrêté royal nº 1 du 29 décembre 1992, ce droit est exercé dans la déclaration relative à la période au cours de laquelle les formalités sont remplies, à condition que ne soit pas expirée la troisième année civile qui suit celle durant laquelle la taxe est devenue exigible.Wat
de vervaltermijn van de uitoefening van het recht op aftrek betreft, dient artikel 4 van het koninklijk besluit nr. 3 van 10 december 1969 met betrekking tot de aftrekregeling voor de toepassing van de BTW nog te worden aangepast teneinde die termijn in overeenstemming te brengen met de voornoemde termijn van toepassing op de vordering tot voldoening zodoende dat wanneer de formaliteiten waaraan het uitoefenen van het recht op aftrek onderworpen is, niet tijdig worden vervuld en, in het bijzonder, wanneer de in artikel 3, § 1, 1º, bedoelde factuur werd uitgereikt na het verstijken van de termijn voorgeschreven door artikel 4, § 1, va
...[+++]n het koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992, dat recht wordt uitgeoefend in de aangifte met betrekking tot het tijdvak waarin de formaliteiten worden vervuld, op voorwaarde dat het derde kalenderjaar na dat waarin de belasting is opeisbaar geworden niet is verstreken.