- « Aux articles 20, § 1, 31, § 3 [lire : § 2] et 40, § 4, du décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l'enseignement subventionné et des centres psycho-médico-sociaux subventionnés il est fait usage, en ce qui concerne la désignation et la nomination des membres du personnel des établissements et centres libres subventionnés, du terme ' convention '; si, de ce fait, il convient d'interpréter ces articles en ce sens qu'
il en résulte que l'accès au Conseil d'Etat en tant que juge d'annulation est dénié à ces membres du personnel, n'y a-t-il
pas, en présence de cette ...[+++] interprétation, violation des articles 10 et 11 de la Constitution, en ce qu'il n'existe aucun motif raisonnable pour leur dénier cet accès, ce contrairement aux membres du personnel, régis par le même décret, des établissements d'enseignement et centres officiels subventionnés - ainsi qu'aux membres du personnel de l'enseignement communautaire, dont le statut est réglé par le décret du 27 mars 1991 relatif au statut de certains membres du personnel de l'enseignement communautaire -, et ce alors qu'à tout autre point de vue, leur statut ne présente pas de différences fondamentales avec celui de ces autres membres du personnel ?- « In de artikelen 20, § 1, 31, § 2, en 40, § 4, van het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde psy
cho-medisch-sociale centra wordt met betrekking tot de aanstelling en de benoeming van de personeelsleden van de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen en centra de term ' overeenkomst ' gebruikt; als deze artikelen daardoor zo geïnterpreteerd moeten worden dat ze tot gevolg hebben dat aan die personeelsleden de toegang tot de Raad van State als annulatierechter wordt ontzegd, is er, gegeven die interpretatie, geen schending van de artikel
...[+++]en 10 en 11 van de Grondwet doordat er geen redelijke grond voorhanden is om hun die toegang te ontzeggen, in tegenstelling tot de onder hetzelfde decreet vallende personeelsleden van de officiële gesubsidieerde onderwijsinstellingen en centra - en tot de personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs, wier rechtspositie geregeld wordt in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van bepaalde personeelsleden van het gemeenschapsonderwijs - en zulks hoewel hun rechtspositieregeling in alle andere opzichten geen fundamentele verschillen vertoont met die van die andere personeelsleden ?