L'interrogatoire va même plus loin encore: l'agriculteur doit révéler pour les années de référence, son argent liquide, l'état de ses stocks, les créances à court terme, les montants inscrits sur ses comptes financiers tant professionnels que privés, les mêmes comptes de son conjoint et de ses enfants, l'état de ses carnets de dépôt, livrets d'épargne, bons de caisse, titres, et cetera.
De landbouwer moet voor de referentiejaren voorts nog de volgende inlichtingen geven: de hoeveelheid baar geld waarover hij beschikt, de stand van zijn voorraden, de schuldvorderingen op korte termijn, de bedragen die op zowel professionele als persoonlijke financiële rekeningen staan, diezelfde bedragen op de rekeningen van de echtgenote en zijn kinderen, de stand van zijn depositorekeningen, spaarrekeningen, kasbons, effecten, enzovoort.