« Si la Cour des comptes conclut qu'une personne est assujettie à la loi du 2 mai 1995, cette personne peut s'adresser, par lettre recommandée, suivant le cas, à la Chambre des représentants, au Sénat ou au Conseil de la Communauté germanophone, au plus tard le 15 mai, pour entendre dire qu'elle n'est pas soumise à la loi du 2 mai 1995».
« Indien het Rekenhof tot het besluit komt dat een persoon onderworpen is aan de wet van 2 mei 1995, kan die persoon zich ten laatste op 15 mei bij aangetekende brief wenden tot, naar gelang van het geval, de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat of de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, om te horen zeggen dat hij niet is onderworpen aan de wet van 2 mei 1995».