Les articles 56 à 60 du décret du 19 décembre 1998 instaur
ent une distinction entre, d'une part, les personn
es poursuivies pour infraction à l'article 56 du décret précité devant le tribunal correctionnel qui peut, lors de la fixation de la peine, tenir compte de circonstances atténuantes et, d'autre
part, les personnes sanctionnées pour la même infraction par l'infliction de l'amende administrative mentionnée aux articles 59 et 60
...[+++] du décret précité, pour lesquelles il ne peut être tenu compte de circonstances atténuantes.
De artikelen 56 tot en met 60 van het decreet van 19 december 1998 voeren een onderscheid in tussen, enerzijds, de personen die wegens overtreding van artikel 56 van voormeld decreet voor de correctionele rechtbank worden vervolgd, waar bij de strafbepaling met verzachtende omstandigheden rekening kan worden gehouden, en, anderzijds, de personen die voor dezelfde overtreding worden gestraft door het opleggen van een administratieve geldboete, vermeld in de artikelen 59 en 60 van voormeld decreet, waar met dergelijke verzachtende omstandigheden geen rekening kan worden gehouden.