considérant que le Médiateur doit exercer ses fonctions en pleine indépendance, ce dont il prend l'engagement solennel devant la Cour de justice des Communautés européennes, dès son entrée en fonction; qu'il convient de déterminer les incompatibilités avec la fonction du Médiateur, ainsi que le traitement, les privilèges et les immunités qui sont accordés à celui-ci;
overwegende dat de Ombudsman zijn ambt volkomen onafhankelijk dient uit te oefenen, waartoe hij zich bij zijn ambtsaanvaarding ten overstaan van het Hof van Justitie plechtig verbindt; dat moet worden bepaald welke werkzaamheden met het ambt van Ombudsman onverenigbaar zijn, terwijl tevens zijn bezoldiging en de voor hem geldende voorrechten en immuniteiten moeten worden vastgesteld;