En ce qui concerne les huissiers de justice, le législateur a pu considérer qu'il n'était pas opportun, à l'heure actuelle, de prendre des mesures afin d'accueillir un nombre accru de candidats comme il entendait le faire pour la fonction notariale : il s'agit de fonctions essentiellement différentes, l'huissier de justice ayant pour mission principale, non d'élaborer des actes juridiques portant sur les matières pour lesquelles les notaires sont compétents, mais de prêter son concours à l'exécution du service public de la Justice.
Wat de gerechtsdeurwaarders betreft, vermocht de wetgever te oordelen dat het ogenblik niet opportuun was om maatregelen te nemen teneinde een groter aantal kandidaten toe te laten zoals hij dat wilde doen voor de notarissen : het gaat om wezenlijk verschillende functies, waarbij de gerechtsdeurwaarder niet tot hoofdopdracht heeft juridische akten op te stellen die betrekking hebben op de aangelegenheden waarvoor de notarissen bevoegd zijn, maar wel zijn medewerking te verlenen aan de uitvoering van de openbare dienst van het gerecht.