Le principe selon lequel le statut des membres du personnel de l'ordre judiciaire relève, pour l'essentiel, des prérogatives du pouvoir législatif est lié au statut d'indépendance garanti par la Constitution, spécialement par son article 151, aux magistrats, membres de l'ordre judiciaire, compte tenu de la collaboration apportée par ces membres du personnel à l'exercice du pouvoir judiciaire.
Het beginsel dat de rechtspositieregeling van het personeel van de rechterlijke orde in hoofdzaak valt onder de bevoegdheden van de wetgevende macht, houdt verband met de status van onafhankelijkheid die door de Grondwet, inzonderheid artikel 151 ervan, gewaarborgd wordt aan de magistraten-leden van de rechterlijke orde, gelet op de medewerking die deze personeelsleden verlenen aan de uitoefening van de rechterlijke macht.