Près de la moitié des crédits continuerait donc d'être affectée aux grands projets d'infrastructure approuvés par le Conseil européen d'Essen, 20% étant réservés au programme Galileo et les 30% restants pouvant aller aux goulets d'étranglement ferroviaires, aux projets transfrontaliers et aux systèmes de transport "intelligents".
Dit betekent dat bijna de helft van de vastleggingen naar de grote infrastructuurprojecten zoals goedgekeurd door de Europese Raad van Essen in 1994 blijft gaan, terwijl 20% gereserveerd is voor het Galileo-programma en de rest, 30%, beschikbaar is voor knelpunten in het spoorwegnet, grensoverschrijdende projecten en zogenaamde intelligente verkeerssystemen.