19. constate que la CEDH a une fonction importante dans le cadre de l'interprétation de la Charte des droits fondamentaux dans la mesure où des droits garantis par la Charte qui correspondent à des droits reconnus par la CEDH doivent être interprétés conformément à celle-ci et que la CEDH constitue, en vertu de l'article 6, paragraphe, 3 du
traité sur l'Union européenne, une source d'inspiration pour la Cour de justice de l'Union
européenne dans la formulation de principes généraux du droit de l'Union; constate également que la CEDH,
...[+++] conformément à son article 53, ne saurait être interprétée comme limitant ou portant atteinte aux droits reconnus par la Charte des droits fondamentaux, de sorte que celle-ci garde toute sa valeur juridique; 19. stelt vast dat het EVRM een belangrijke functie heeft in het kader van de interpretatie van het Handvest van de grondrechten in zoverre dat de door het Handvest gewaarborgde rechten die overeenkomen met door het EVRM gewaarborgde rechten overeenkomstig laatstgenoemde moeten worden geïnterpreteerd en dat het EVRM op grond van artikel 6, lid 3 van het Ver
drag betreffende de Europese Unie, een bron van inspiratie vormt voor het Europees Hof
van Justitie bij de formulering van algemene beginselen van het recht van de Europese Unie; s
...[+++]telt eveneens vast dat het EVRM overeenkomstig zijn artikel 53 niet mag worden aangewend om de door het Handvest van de grondrechten toegekende rechten te beperken of er afbreuk aan te doen, opdat het handvest volledige rechtsgeldigheid behoudt;