6. soutient l'objectif de réduire les formalités administratives et de supprimer les charges réglementaires inutiles, ceci étant susceptible d'apporter aux citoyens une protection proportionnée et fondée sur des éléments concrets; exprime néanmoins sa préoccupat
ion vis-à-vis d'une éventuelle déréglementation, en particulier dans les domaines de l'environnement, de la sécurité alimentaire, de la santé et des droits des consommateurs, au nom d'une "réduction de la bureaucratie"; demande à la Commission de tenir pl
einement compte des retombées positives ...[+++] de la législation environnementale et en matière de santé sur les citoyens, l'économie, l'environnement et la santé publique lors de l'évaluation des charges administratives des différentes réglementations, tout en favorisant et en renforçant la compé
titivité de l'Union européenne; souligne à cet égard que c'est la qualité de la législation qui constitue le
critère approprié à évaluer, et non la quantité de textes législatifs; rappelle l'indépendance des autorités de réglementation des États membres lorsque la législation de l'Union ne prévoit que des normes minimales; invite la Commission à ne pas abaisser le niveau d'ambition et demande que les objectifs en matière d'intérêts publics, dont les normes environnementales et sanitaires, ne soient pas compromis;
6. steunt het doel van het programma om de administratieve lasten te verminderen en onnodige regelgevingsdruk op te heffen, omdat er daarmee voor gezorgd kan worden dat de burgers op evenredige wijze en op basis van feiten bescherming wordt geboden; is evenwel, met name op het gebied van milieu, voedselveiligheid en gezondheid, geen voorstander van deregulering onder het mom van vermindering van administratieve lasten; verzoekt de Commissie om de voordelen van milieu- en gezondheidswetgeving voor burgers, de economie, het milieu en de volksgezondheid volledig in aanmerking te nemen bij het beoordelen van de administratieve lasten van wetgeving, maar daarbij tevens te streven naar het behoud en de versterking van het concurrentievermogen v
...[+++]an de EU; onderstreept in dit verband dat de kwaliteit van de wetgeving de passende benchmark is voor evaluaties, en niet het aantal wetgevingshandelingen; herinnert eraan dat de lidstaten vrij zijn om nadere regelgeving vast te stellen op die gebieden waar het EU-recht slechts minimumnormen voorschrijft; verzoekt de Commissie haar ambities niet terug te schroeven en dringt erop aan dat de doelstellingen van openbaar belang, waaronder de milieu- en gezondheidsnormen, niet in gevaar worden gebracht;