À ce sujet, J. Velu observe que « l'article 58 prohibe tout acte de poursuite ou de recherche.En outre, l'immunité s'applique même aux actions civiles et éventuellement aux actions disciplinaires; on ne peut donc introduire contre un parlementaire, sur la base de l'article 1382 du Code civil, une demande en réparation pour un préjudice résultant des opinions émises par lui dans l'exercice de ses fonctions » (VELU, J., Droit public, Bruxelles, Bruylant, 1986, pp. 497-498).
In dit verband heeft J. Velu opgemerkt dat « artikel 58 elke rechtsvervolging of elk onderzoek verbiedt.De immuniteit is bovendien van toepassing op burgerlijke rechtsvorderingen en eventueel op tuchtrechtelijke vorderingen. Men kan dus tegen een parlementslid geen vordering tot schadevergoeding op grond van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek instellen voor schade die voortvloeit uit meningen die dat parlementslid geuit heeft in de uitoefening van zijn functie » (VELU, J., Droit public, Bruxelles, Bruylant, 1986, blz. 497-498).