Lorsqu'un instrument financier visé à l'article 36, § 2, 2°, comporte un instrument dérivé tel que visé à l'article 32, § 2 ou § 3, les exigences des articles 208, §§ 2 à 4 et 319, §§ 2 et 3 de la loi, du présent article et des articles 41 et 42 s'appliquent à cet instrument dérivé.
Ingeval een financieel instrument, bedoeld in artikel 36, § 2, 2°, een component bevat in de vorm van een derivaat, bedoeld in artikel 32, § 2 of § 3, zijn de voorschriften van de artikelen 208, §§ 2 tot 4 en 319, §§ 2 en 3 van de wet, van dit artikel en van de artikelen 41 en 42 op deze component van toepassing.