Le témoignage peut exclusivement donner lieu à l'extinction de l'action publique s'il existe des indices précis et sérieux indiquant que les faits qui feront l'objet du témoignage constituent une infraction commise dans le cadre d'une organisation criminelle définie à l'article 324bis du Code pénal ou une infraction visée aux articles 136bis, 136ter et 136quater du Code pénal.
Het afleggen van een getuigenverklaring kan uitsluitend aanleiding geven tot verval van strafvordering indien er precieze en ernstige aanwijzingen bestaan dat de feiten waarover een getuigenverklaring zal worden afgelegd een misdrijf uitmaken, gepleegd in het kader van een criminele organisatie zoals omschreven in artikel 324bis van het Strafwetboek, of een misdrijf zoals bedoeld in de artikelen 136bis, 136ter en 136quater van het Strafwetboek.