Même si l'on souhaite que le rôle juridictionnel du Conseil de l'Ordre soit le plus faible possible, on ne peut exiger, dans une structure de cette nature, par rapport à l'établissement de la vérité, d'aller à l'encontre d'un principe de droit général qui consiste à dire que personne ne peut être dans l'obligation de reconnaître une faute, quand il est accusé.
Zelfs wanneer men wenst dat de rechtsprekende rol van de Raad van de Orde de zwakst mogelijke is, mag men in een dergelijke structuur niet eisen dat men bij het vaststellen van de waarheid ingaat tegen een algemeen rechtsbeginsel dat zegt dat een persoon die beschuldigd wordt niet verplicht mag worden een fout toe te geven.