Selon elle, en effet, le Tribunal a conclu, aux points 33, 36 et 37 de l’arrêt attaqué, que les formes en cause sont habituelles, que le consommateur moyen y est habitué, que ces formes se rencontrent communément dans le commerce et que la nature des marques influence leur perception par le public visé, sans fonder ces affirmations sur des constatations de fait.
Naar haar mening heeft het Gerecht in de punten 33, 36 en 37 van het bestreden arrest immers geconcludeerd dat de betrokken vormen gebruikelijk zijn, dat de gemiddelde consument eraan gewend is, dat deze vormen courant in de handel zijn en dat de aard van de merken van invloed is op de perceptie ervan door het relevante publiek, zonder dit met enige feitelijke constatering te onderbouwen.