En vertu de la décision précitée de la Commission européenne du 3 juillet 2014, « le régime de garantie » « en faveur des coopératives financières d'ARCO et en particulier en faveur d'ARCOFIN, ARCOPLUS et ARCOPAR » a été considéré, d'une part, comme « illégalement octroyé par la Belgique en violation de l'article 108, paragraphe 3, du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne » et, d'autre part, comme « incompatible avec le marché intérieur » (article 1 de la décision).
Krachtens het vermelde besluit van de Europese Commissie van 3 juli 2014 werd « de garantieregeling » « in het voordeel van de financiële coöperatieven van ARCO en in het bijzonder ARCOFIN, ARCOPAR en ARCOPLUS », enerzijds, geacht « in strijd met artikel 108, lid 3 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie [te zijn] verstrekt [door België] » en, anderzijds, als « onverenigbaar met de interne markt » beschouwd (artikel 1 van het besluit).