La Commission a rejeté cet argument pour les raisons suivantes : . une exemption pour une activité (fixation des prix du transport maritime) ne saurait en elle-même justifier une exemption pour toutes les autres activités productrices de rec
ettes; . la FEFC n'organise pas elle-même directement ou indirectement d'activité de transport terrestre autre que la fixation en commun des prix et des conditions d'acheminement par le transporteur; . seuls les membres de la FEFC qui se livrent à des activités conjointes touchant au transport maritime, qui sont sources de profit pour les utilisateurs, peuvent bénéficier d'une exemption en vertu de
...[+++]l'article 85 paragraphe 3 (en ce qui concerne la fixation des prix du transport terrestre); . d'autres prestataires de service de transport terrestre (qui n'ont pas le droit de fixer les prix) se verraient infliger un désavantage du point de vue de la concurrence.De Commissie verwierp dit argument om de volgende redenen: . een vrijstelling voor een activiteit (vaststelling van tarieven) vormt als zodanig geen rechtvaardiging voor andere inkomstengenererende activiteiten; . afgezien van het vaststellen van gemeenschappelijke tarieven en voorwaarden voor
zeevervoerdiensten organiseert de FEFC zelf, noch rechtstreeks noch indirect, inlandtransportactiviteiten, . alleen de leden van de FEFC die de gezamenlijk inlandtransportactiviteiten verrichten welke voordelig zijn voor de consument kunnen in aanmerking komen voor een vrijstelling uit hoofde van artikel 85, lid 3 (met betrekking tot het vaststell
...[+++]en van inlandtransporttarieven), . andere verrichters van inlandtransportdiensten (die geen tarieven mogen vaststellen) zou nadeel worden berokkend bij de mededinging.