21. se réjouit que l'Union ait recentré son aide vers les pays les moins avancés, en demandant instamment aux pays à revenu intermédiaire de consacrer une part plus importante de leurs recettes fiscales aux programmes de protection sociale et à la réalisation des droits de l'homme pour les groupes les plus pauvres et les plus vulnérables;
21. is verheugd over het feit dat het zwaartepunt van de EU-hulp verschoven is naar de minst ontwikkelde landen ligt, hetgeen middeninkomenslanden aanspoort om een groter deel van hun belastinginkomsten aan sociale beschermingsstelsels en de verwezenlijking van de mensenrechten voor de armsten en meest kwetsbaren te wijden;