Vu l'article 5, § 1 , II, 5º, de la loi spéciale de réformes institutionnelles du 8 août 1980 déclarant les communautés compétentes pour la politique du troisième âge, à l'exception de la fixation du montant minimum, des conditions d'octroi et du financement du revenu légalement garanti aux personnes âgées;
Gelet op artikel 5, § 1, II, 5º, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, waarbij de Gemeenschappen bevoegd werden verklaard voor het bejaardenbeleid met uitzondering van de vaststelling van het minimumbedrag, van de toekenningsvoorwaarden en van de financiering van het wettelijk gewaarborgd inkomen voor bejaarden;