Art. 17. Les conditions auxquelles les habitants répondent afin d'être relogés, visées à l'article 17bis ou l'article 18, § 2, alinéa deux, du Code flamand du Logement, sont les conditions fixées en exécution de l'article 95, § 1, alinéa premier, 1°, du Code flamand du Logement, étant entendu qu'il n'est en aucun cas tenu compte de l'habitation qui est déclarée inadaptée, inhabitable ou suroccupée.
Art. 17. De voorwaarden waaraan bewoners voldoen om geherhuisvest te worden, vermeld in artikel 17bis of artikel 18, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Wooncode, zijn de voorwaarden die vastgesteld zijn ter uitvoering van artikel 95, § 1, eerste lid, 1°, van de Vlaamse Wooncode, met dien verstande dat in geen geval rekening gehouden wordt met de woning die ongeschikt, onbewoonbaar of overbewoond verklaard is.