En d'autres termes, il prévoit une « exemption de blanchiment » (pour l'article 505, 2º, du Code pénal, mais pas pour l'article 505, 3º et 4º) pour un seul délit particulier, la fraude fiscale dite « simple », à savoir celle réprimée par l'article 449 du CIR et les dispositions analogues des autres codes fiscaux.
Het voorziet met andere woorden in een « vrijstelling van de toepassing van de witwasregeling » (voor artikel 505, 2º van het Strafwetboek, maar niet voor artikel 505, 3º en 4º) voor één bepaald misdrijf, de zogenaamde « eenvoudige » belastingfraude, namelijk die welke bestraft wordt door artikel 449 WIB en de analoge bepalingen in de andere belastingwetboeken.