La doctrine écrit à propos de la notion d'association de malfaiteurs : « il faut l'existence d'un groupement, l'organisation du groupement, le but de porter atteinte aux personnes et propriétés; en ce qui concerne l'existence d'un groupement, il faut admettre une bande, une bande de trois personnes peut suffire » (voir la doctrine et la jurisprudence citées dans le premier rapport de la commission d'enquête, do c. Sénat, nº 1-326/7, p. 48 annexe I).
De rechtsleer vermeldt als voorwaarde voor bendevorming het bestaan van een groep, de organisatie van de groep, het oogmerk om schade te berokkenen aan personen en eigendommen; voor het bestaan van een groep wordt uitgegaan van een bende, een bende van drie personen kan volstaan (zie de rechtsleer en rechtsorde geciteerd in het eerste tussentijds verslag van de onderzoekscommissie, St. Senaat, nr. 1-326/7, blz. 48 bijlage I).