Les travaux préparatoires font notamment apparaître qu'incombe aux pouvoirs publics la responsabilité toute particulière « de veiller à ce que les générations futures puissent encore disposer d'un environnement vivable » (Doc. parl., Sénat, S.E. 1991-1992, n° 100-2/1°, p. 10).
Uit de parlementaire voorbereiding blijkt met name dat op de overheid een bijzondere verantwoordelijkheid rust « om ervoor te waken dat de volgende generaties nog over een leefbaar milieu zouden kunnen beschikken » (Parl. St., Senaat, B.Z. 1991-1992, nr. 100-2/1°, p. 10).