4.2.2. Il convient de reconnaître que les dépenses de logement, de nourriture et de boissons peuvent pour la plupart raisonnablement être considérées comme des dépenses professionnelles légitimes car elles sont effectuées avant tout à des fins professionnelles, dans le seul but de répondre aux besoins de l'activité professionnelle, sans laquelle elles n'auraient pas de raison d'être; par exemple, si un homme d'affaires rend visite à un client et qu'il loge à l'hôtel, où il consomme un repas, ces dépenses doivent être considérées comme des dépenses professionnelles, car s'il n'avait pas dû rendre visite à son client, il n'aurait ni fait le voyage, ni logé à l'hôtel, ni pris ce repas.
4.2.2. Het is nu eenmaal zo dat een groot gedeelte van de uitgaven voor logies, spijs en drank redelijkerwijs kunnen worden beschouwd als gedaan in het kader van de gewone bedrijfsuitoefening. Deze kosten hangen immers in de eerste plaats met zakelijke doeleinden samen en zouden niet zijn gemaakt wanneer de bedrijfsuitoefening daar niet om vroeg. Wanneer een ondernemer bijvoorbeeld reist om een cliënt te bezoeken en in een hotel verblijft alwaar hij eet, dan dienen de desbetreffende uitgaven als zakelijk te worden aangemerkt. Was het niet nodig geweest om de klant te bezoeken, dan zou er van reis, hotel en maaltijd immers geen sprake zijn geweest.