Le Conseil d'État s'abstient de trancher dans l'un ou dans l'autre sens, et cela d'autant moins que la compétence de la Cour d'arbitrage a déjà fait, dans le passé, l'objet de tentatives d'extension à l'ensemble des dispositions relatives aux droits et aux libertés, d'abord en renvoyant d'une manière générale aux « dispositions prévues au titre II de la Constitution » (13) ou aux « articles qui constituent le Titre II de la Constitution » (14), ensuite en faisant plus spécifiquement référence aux « articles 6 à 24 (anciens) de la Constitution » (15).
De Raad van State maakt geen keuze in de ene of de andere zin, des te minder daar er in het verleden al pogingen zijn geweest om de bevoegdheid van het Arbitragehof uit te breiden tot het geheel van de bepalingen in verband met de rechten en vrijheden, eerst door een algemene verwijzing naar « de bepalingen van titel II van de Grondwet » (13)of naar « de artikelen die titel II van de Grondwet uitmaken » (14), daarna door een meer specifieke verwijzing naar « de artikelen 6 tot 24 (oud) van de Grondwet » (15).