16. rappelle que les entreprises actives d
ans le domaine de l'internet et des réseaux sociaux et les fournisseurs de services internet ont l'obligation légale de coopérer avec les autorités des États membres en ef
façant tout contenu illicite diffusant l'extrémisme violent, aussi rapidement que possible et dans le plein respect de l'état de droit et des droits fondamentaux, notamment la liberté d'expression; estime que les États membres devraient envisager d'intenter des actions en justice, y compris des poursuites pénales, contre les
...[+++] entreprises actives dans le domaine de l'internet et des réseaux sociaux et les fournisseurs de services internet qui refusent de donner suite à une demande administrative ou judiciaire visant à effacer des contenus illicites ou faisant l'apologie du terrorisme de leurs plateformes en ligne; est d'avis que le refus de coopérer ou l'absence de coopération délibérée par ces plateformes en ligne, sur lesquelles de tels contenus illicites peuvent donc circuler librement, devrait être considéré comme un acte de complicité pouvant être assimilé à une intention criminelle ou à une négligence, et qu'il convient, dans ce cas, que les responsables soient traduits en justice; 16.
herinnert eraan dat internet- en socialemediabedrijven en -dienstverleners een wettelijke verantwoordelijkheid hebben om samen te werken met de autoriteiten
van de lidstaten en illegale inhoud waarmee gewelddadig extremisme wordt verspreid, snel en onder volledige eerbiediging van rechtsstatelijke beginselen en grondrechten, waaronder de vrijheid van meningsuiting, te verwijderen; is van mening dat de lidstaten juridische stappen, met inbegrip van strafvervolging, moeten overwegen tegen internet- en socialemediabedrijven en -dien
...[+++]stverleners die weigeren te voldoen aan een bestuurlijk of rechterlijk verzoek om illegale inhoud of inhoud die terrorisme verheerlijkt op hun internetplatform te wissen; is van mening dat een weigering of het opzettelijk niet-verlenen van medewerking door een internetplatform, zodat dergelijke illegale inhoud kan circuleren, moet worden beschouwd als medeplichtigheid die strafrechtelijk kan worden gelijkgesteld aan opzet of nalatigheid, en dat de verantwoordelijken in dergelijke gevallen moeten worden berecht;