Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "impliquent selon l'interprétation " (Frans → Nederlands) :

« Les articles 63, 165 et 167 du Code civil, pris isolément ou ensemble, en ce qu'ils impliquent selon l'interprétation qui leur est donnée par la Cour d'appel de Liège dont question ci-avant, que le recours visé à l'article 167 du Code civil doit être déclaré sans objet dans l'hypothèse où il est certes exercé dans le délai d'un mois de la notification de la décision de refus de célébration de l'Officier de l'état civil mais au-delà du délai originaire de célébration du mariage de 6 mois et 14 jours, ne violent-ils pas notamment les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec d'au ...[+++]

« Schenden de artikelen 63, 165 en 167 van het Burgerlijk Wetboek, afzonderlijk genomen of met elkaar in samenhang gelezen, in zoverre zij, volgens de bovenvermelde interpretatie die eraan wordt gegeven door het Hof van Beroep te Luik, impliceren dat het beroep bedoeld in artikel 167 van het Burgerlijk Wetboek zonder voorwerp moet worden verklaard in de hypothese dat het weliswaar wordt uitgeoefend binnen de maand na de kennisgeving van de weigeringsbeslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand om het huwelijk te voltrekken maa ...[+++]


La disposition en cause est toutefois susceptible de recevoir une interprétation différente, selon laquelle les termes " par le fait de l'autorité publique " indiquent que le retard ne peut pas être imputable au contribuable lui-même, mais n'impliquent pas en outre qu'une faute ou une négligence dans le chef de l'autorité puisse être prouvée.

De in het geding zijnde bepaling kan evenwel anders worden geïnterpreteerd, waarbij de woorden ' door toedoen van de overheid ' aangeven dat de vertraging niet kan worden toegeschreven aan de belastingplichtige zelf, maar daarnaast niet impliceren dat een fout of een nalatigheid vanwege de overheid kan worden aangetoond.


« Les articles 827, 1017 et 1022 du Code judiciaire, pris isolément ou non, ne créent-ils pas une discrimination entre la partie qui succombe sur le fond et qui a droit si elle le demande et à condition de se trouver dans les conditions pour ce faire à une diminution ou à une absence de payement d'une indemnité de procédure (en l'hypothèse d'une application de l'article 1017 du Code judiciaire vu la qualité des parties) et la partie qui se désiste de l'instance et qui ne peut, si l'interprétation selon laquelle l'article 1022 du Code judiciaire et l'arrêté royal y lié ne s'appliquent pas à l'hypothèse du désistement est retenue, revendiq ...[+++]

« Geven de artikelen 827, 1017 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet afzonderlijk gelezen, geen aanleiding tot discriminatie tussen de partij die ten gronde in het ongelijk is gesteld en die recht heeft, indien zij erom verzoekt en mits zij voldoet aan de voorwaarden daartoe, op een vermindering of een ontstentenis van betaling van een rechtsplegingsvergoeding (in geval van toepassing van artikel 1017 van het Gerechtelijk Wetboek, gezien de hoedanigheid van de partijen) en de partij die afstand doet van het geding en die, indien wordt geopteerd voor de interpretatie volgens welke artikel 1022 van het Gerechtelijk Wetboek en h ...[+++]


Les juridictions a quo interrogent la Cour sur la compatibilité de l'article 33, alinéa 3, de la loi du 24 juin 2013 avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec la présomption d'innocence, telle qu'elle est garantie par l'article 6.2 de la Convention européenne des droits de l'homme, dans l'interprétation selon laquelle il instaure une présomption irréfragable de culpabilité à charge du titulaire de la plaque d'immatriculation du véhicule impliqué dans une infraction routière.

De verwijzende rechtscolleges wensen van het Hof te vernemen of artikel 33, derde lid, van de wet van 24 juni 2013 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met het vermoeden van onschuld zoals gewaarborgd bij artikel 6.2 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in de interpretatie dat het een onweerlegbaar vermoeden van schuld invoert ten laste van de houder van de kentekenplaat van het voertuig waarmee een verkeersovertreding werd begaan.


Toutefois, dans l'interprétation selon laquelle les amendes infligées pour les infractions routières visées à l'article 3, 3°, de la loi du 24 juin 2013 sont toujours mises à charge du titulaire de la plaque d'immatriculation du véhicule impliqué dans l'infraction routière concernée, y compris donc lorsque le titulaire de la plaque d'immatriculation de ce véhicule peut prouver que cette infraction ne lui est pas imputable, la disposition en cause, en ce qu'elle n'autorise pas cette preuve, porte une atteinte disproportionnée au princi ...[+++]

Evenwel, in de interpretatie dat de geldboeten wegens de verkeersinbreuken bedoeld in artikel 3, 3°, van de wet van 24 juni 2013 steeds ten laste worden gelegd van de houder van de kentekenplaat van het voertuig waarmee de betrokken verkeersinbreuk werd gepleegd, en dus ook wanneer de kentekenplaathouder kan bewijzen dat die inbreuk hem niet kan worden toegerekend, doet de in het geding zijnde bepaling, doordat zij dat bewijs niet toelaat, op onevenredige wijze afbreuk aan het fundamentele beginsel van het vermoeden van onschuld.


Dans l'interprétation selon laquelle cette répartition entre les assureurs est opposable à la personne lésée, il existe une différence de traitement non raisonnablement justifiée, entre, d'une part, la personne lésée qui ne peut, en pareil cas, être intégralement indemnisée puisqu'il lui est impossible de solliciter un assureur inconnu et, d'autre part, la personne lésée par un accident de roulage ayant impliqué uniquement des véhicules identifiés, laquelle pourra toujours être indemnisée intégralement.

In de interpretatie dat die verdeling tussen de verzekeraars tegenstelbaar is aan de benadeelde bestaat een niet redelijk verantwoord verschil in behandeling tussen, enerzijds, de benadeelde die in een dergelijk geval niet volledig kan worden vergoed vermits hij een niet-bekende verzekeraar onmogelijk kan aanspreken en, anderzijds, de benadeelde van een verkeersongeval waarbij alleen geïdentificeerde voertuigen zijn betrokken die steeds volledig kan worden vergoed.


Le juge a quo demande à la Cour si l'article 19bis-11, § 2, de la loi du 21 novembre 1989 est compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, dans l'interprétation selon laquelle la répartition « par parts égales » de l'indemnisation entre les assureurs couvrant la responsabilité civile est opposable aux conducteurs ou propriétaires d'un véhicule qui ont subi un dommage dans le cas d'un accident impliquant plusieurs véhicules, mais dont il est impossible de déterminer quel véhicule l'a causé.

De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 19bis-11, § 2, van de wet van 21 november 1989 bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer die bepaling in die zin wordt geïnterpreteerd dat de verdeling van de schadevergoeding « in gelijke delen » onder de verzekeraars die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekken tegenstelbaar is aan de bestuurders of de eigenaars van een voertuig die schade hebben geleden bij een ongeval waarbij verscheidene voertuigen zijn betrokken, doch waarbij het niet mogelijk is vast te stellen welk voertuig het ongeval heeft veroorzaakt.


La disposition en cause est toutefois susceptible de recevoir une interprétation différente, selon laquelle les termes « par le fait de l'autorité publique » indiquent que le retard ne peut pas être imputable au contribuable lui-même, mais n'impliquent pas en outre qu'une faute ou une négligence dans le chef de l'autorité puisse être prouvée.

De in het geding zijnde bepaling kan evenwel anders worden geïnterpreteerd, waarbij de woorden « door toedoen van de overheid » aangeven dat de vertraging niet kan worden toegeschreven aan de belastingplichtige zelf, maar daarnaast niet impliceren dat een fout of een nalatigheid vanwege de overheid kan worden aangetoond.


Le fait que, selon l'appelante devant le juge a quo, les pièces visées à l'article 380 ancien, alinéa 1, du CIR 1992 aient été déposées au greffe de la cour d'appel, n'implique pas qu'il ne serait pas utile qu'il soit statué sur la question de savoir si les dispositions en cause dans l'interprétation mentionnée en B.3 sont ou non discriminatoires : l'obligation de signification en cause est en effet une formalité prévue pour assure ...[+++]

Het feit dat de in het vroegere artikel 380, eerste lid, van het WIB 1992 bedoelde stukken volgens de appellante voor de verwijzende rechter ter griffie van het hof van beroep werden neergelegd, impliceert niet dat het niet nuttig zou zijn dat uitspraak wordt gedaan over de vraag of de in het geding zijnde bepalingen, in de in B.3 vermelde interpretatie, al dan niet discriminerend zijn : de in het geding zijnde verplichting tot betekening is immers een vorm die is voorgeschreven om de wettigheid van de belasting te verzekeren, zodat h ...[+++]


Avis prescrit par l'article 74 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 Par jugement du 4 janvier 2016 en cause de Marie-Rose D'Haeyer contre Vincent Lefevre, dont l'expédition est parvenue au greffe de la Cour le 13 janvier 2016, le Tribunal de première instance de Namur, division Namur, a posé la question préjudicielle suivante : « Les articles 827, 1017 et 1022 du Code judiciaire, pris isolément ou non, ne créent-ils pas une discrimination entre la partie qui succombe sur le fond et qui a droit si elle le demande et à condition de se trouver dans les conditions pour ce faire à une diminution ou à une absence de payement d'une indemnité de procédure (en l'hypothèse d'une application de l'article 1017 du Code judiciaire vu la qualité des parti ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 4 januari 2016 in zake Marie-Rose D'Haeyer tegen Vincent Lefevre, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 13 januari 2016, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Namen, afdeling Namen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Geven de artikelen 827, 1017 en 1022 van het Gerechtelijk Wetboek, al dan niet afzonderlijk gelezen, geen aanleiding tot discriminatie tussen de partij die ten gronde in het ongelijk is gesteld en die recht heeft, indien zij erom verzoekt en mits zij voldoet aan de voorwaarden daartoe, op een vermindering of een ontstentenis van betaling van een rechtsplegingsvergoeding (in geval van toepassing van artikel ...[+++]




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

impliquent selon l'interprétation ->

Date index: 2024-06-18
w