5° « indication d'usage problématique » : la constatation par l'autorité verbalisante, lorsque l'intéressé semble par son comportement présenter un danger pour la société ou pour lui-même, au moyen de la batterie de tests standardisés visés à l'article 61bis, § 2, 1°, de la loi relative à la police de la circulation routière, coordonnée le 16 mars 1968, d'un usage de substances soporifiques et stupéfiantes qui pourrait s'avérer problématique;
5° « indicatie van problematisch gebruik » : de vaststelling door de verbaliserende overheid, ingeval de betrokkene door zijn gedrag een gevaar voor de maatschappij of voor zichzelf schijnt te zijn, door middel van de gestandaardiseerde testbatterij bedoeld in artikel 61bis, § 2, 1°, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, van een gebruik van slaap- en verdovende middelen dat problematisch zou blijken;