Dans son préambule, le traité Groenland indique qu’il conviendrait d’établir un régime maintenant des liens étroits et durables entre l’Union et le Groenland et prenant en considération leurs intérêts réciproques, notamment les besoins de développement du Groenland, et que le régime applicable aux PTOM tel qu’il est prévu dans la quatrième partie du traité sur le fonctionnement de l’Union européenne constitue le cadre approprié à ces relations.
In de preambule van het Groenlandverdrag wordt gesteld dat een regeling tot stand moet worden gebracht waarbij nauwe en duurzame betrekkingen tussen de Unie en Groenland worden gehandhaafd en wederzijdse belangen, met name de ontwikkelingsbehoeften van Groenland, in aanmerking worden genomen en dat de op de landen en gebieden overzee toepasselijke regelingen, als omschreven in het vierde deel van het VWEU, een passend kader voor deze betrekkingen vormt.