2. Lorsqu'un État a de sérieuses rais
ons de penser qu'un navire naviguant dans sa mer territoriale a enfreint, lors de son passage, des lois et règlements qu'il a adoptés en conformité de la Convention ou des règles et normes internationales applicables visant à prévenir, réduire et maîtriser la pollution par les navires, il peut procéder, sans préjudice de l'application des dispositions pertinentes de la section 3 d
e la partie II, à l'inspection matérielle du navire pour établir l'infraction et, lorsque les éléments de preuve le just
...[+++]ifient, intenter une action et notamment ordonner l'immobilisation du navire conformément à son droit interne, sous réserve de la section 7.2. Wanneer er duidelijke redenen zijn om aan te nemen dat een in de territoriale zee van een Staat varend schip tijdens zijn doorvaart, overeenkomstig dit Verdrag aangenomen wetten en voorschriften van die Staat of van toepassing zijnde internationale regels en normen ter voorkoming, vermindering en bestrijding van verontreiniging door schepen heeft overtreden, kan die Staat onverminderd de toepassing van de desbetreffende bepalingen van Deel II, afdeling 3, overgaa
n tot de feitelijke inspectie van het schip met betrekking tot de overtreding en kan hij, wanneer het bewijsmateriaal zulks vereist, een rechtsvervolging instellen, met inbegr
...[+++]ip van de vasthouding van het schip, overeenkomstig zijn wetten, onder voorbehoud van het bepaalde in afdeling 7.