Selon les directives communautaires en effet, la discrimination indirecte vise, non pas « la disposition, le critère ou la pratique apparemment neutre qui a en tant que tel un résultat dommageable (.) » (définition de l'article 2, § 2, de la loi du 25 février 2003), mais bien « la disposition, le critère ou la pratique apparemment neutre qui est susceptible de (..) entraîner un désavantage particulier ».
Volgens de Europese richtlijnen beoogt de indirecte discriminatie immers niet « een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze die als dusdanig een schadelijke weerslag heeft (.) » (definitie van artikel 2, § 2, van de wet van 25 februari 2003), maar wel « een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze die (..) bijzonder kan benadelen ».