Avant leur entrée en fonction, les membres effectifs et suppléants prêtent, entre les mains du premier président de la cour d'appel du ressort dans lequel la commission et la commission supérieure sont instituées, le serment suivant : « Je jure fidélité au Roi, obéissance à la Constitution et aux lois du peuple belge».
Alvorens hun ambt te aanvaarden, leggen de vaste en plaatsvervangende leden in handen van de eerste voorzitter van het Hof van beroep van het rechtsgebied waar de commissie en de hoge commissie worden ingesteld, de volgende eed af : « Ik zweer getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de Grondwet en aan de wetten van het Belgische volk».