Qu'afin de lever tout doute sur l'interprétation et la portée de cette disposition, le présent arrêté précise au nouvel alinéa 5 de cette prescription 18 qu'il s'applique « en dérogation à l'alinéa pr
écédent »; que les demandes de permis qui seront introduites sur la base de cet alinéa dans l'attente de l'adoption du PPAS ne pourront par ailleurs porter que sur des actes et travaux conformes au programme de la ZIR, qui impose expressément de prévoir dans la zone « les réservations pour les transports en commun, en ce compris la réalisation d'une infrastructure de dépôt »; que ces demandes seront en outre, lorsque le CoBAT l'impose, sou
...[+++]mises à évaluation de leurs incidences sur l'environnement; que dans le cadre de leur instruction, les informations et recommandations issues du RIE relatif à la modification du PRAS pourront utilement être prises en considération; qu'enfin un permis, même conforme au programme de la ZIR, ne pourra être accordé que si sont rencontrées les exigences du bon aménagement des lieux; qu'à cet égard, les articles 2 et 3 du CoBAT qui évoquent notamment l'amélioration de la mobilité sont d'application à la procédure d'instruction de telles demandes de permis; Dat om iedere twijfel weg te nemen over de interpretatie en de strekking van deze bepaling, dit besluit in het nieuwe vijfde lid van voorschrift 18 vaststelt dat het van toepassing is bij afwijking van het voorgaande lid; dat de vergunningsaanvragen die op grond van dat lid worden ingediend in afwachting van de goedkeuring van het BBP bovendien enkel betrekking mogen hebben op de handelingen en werken die beantwoorden aan het programma van het GGB, dat er uitdrukkelijk toe verplicht binnen het gebied te voorzien in reserveringen voor het openbaar vervoer, met inbegrip van de verwezenlijking van een stelplaats; dat deze aanvragen wanneer het BWRO dit oplegt bovendien onderworpen moeten worden aan een beoordeling van hun effecten op het lee
...[+++]fmilieu; dat naar aanleiding van het onderzoek hiervoor de informatie en de aanbevelingen van het MER voor de wijziging van het GBP dienstig in aanmerking genomen kunnen worden; dat ten slotte, ook als het programma van het GGB wordt nageleefd, een vergunning enkel kan worden uitgereikt op voorwaarde dat is voldaan aan de behoorlijke plaatselijke aanleg; dat desbetreffend de artikelen 2 en 3 van het BWRO, die inzonderheid verwijzen naar de verbetering van de mobiliteit, van toepassing zijn op de onderzoeksprocedure van deze vergunningsaanvragen