a)son existence ne peut être prouvée que par un instrument financier au sens de l’article 4, paragraphe 17, de la directive 2004/39/CE du Parlement européen et du Conseil , sauf s’il s’agit d’un produit d’épargne dont l’existence est prouvée par un certificat de dépôt établi au nom d’une personne nommément désignée et qui existe dans un État membre le 2 juillet 2014.
a)het bestaan ervan alleen kan worden aangetoond met een financieel instrument als gedefinieerd in artikel 4, lid 17, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad , tenzij het een spaarproduct betreft dat wordt gestaafd met een op naam gesteld certificaat van deposito en dat op 2 juli 2014 in een lidstaat al bestond.