chapitre I: dignité (dignité humaine, droit à la vie, droit à l’intégrité de la personne, interdiction de la torture et des peines ou traitements inhumains ou dégradants, interdiction de l’esclavage et du travail forcé).
hoofdstuk I: waardigheid (menselijke waardigheid, recht op leven, recht op menselijke integriteit, verbod van folteringen en van onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen, verbod van slavernij en dwangarbeid).