6. Lorsque, antérieurement à la date d’entrée en vigueur, dans un État membre, des dispositions nécessaires pour se conformer à la directive 89/104/CEE, le droit de cet État ne permettait pas d’interdire l’usage d’un signe dans les conditions visées au paragraphe 2, point b) ou c), le droit conféré par la marque n’est pas opposable à la poursuite de l’usage de ce signe.
6. Indien op grond van het recht van de lidstaat het gebruik van een teken, overeenkomstig lid 2, onder b), en c), vóór de datum van inwerkingtreding van de bepalingen die noodzakelijk zijn om aan Richtlijn 89/104/EEG te voldoen, niet kon worden verboden, kan het aan het merk verbonden recht niet worden ingeroepen om verder gebruik van dit teken te verhinderen.