Cette phrase a été insérée afin de réagir à la jurisprudence de la Cour de cassation (Cass. 3 novembre 1999, Pas., 1999, n° 583), qui avait jugé que le prévenu ou l'accusé a le droit d'invoquer des pièces déclarées nulles à l'appui de sa défense.
Die zin werd ingevoegd als reactie op de rechtspraak van het Hof van Cassatie (Cass. 3 november 1999, Arr. Cass., 1999, nr. 583), waarin werd geoordeeld dat de beklaagde of de beschuldigde het recht heeft om nietige stukken tot staving van zijn verdediging aan te voeren.