Si, en vertu de la décision-cadre, la remise « peut » être subordonnée « à la condi
tion que l'autorité judiciaire d'émission donne des assurances jugées suffisantes pour garantir à la personne qui fait l'objet du mandat d'arr
êt européen qu'elle aura la possibilité de demander une nouvelle procédure de jugement d
ans l'Etat membre d'émission et d'être jugée en sa présence », la question se pose de savoir si, lorsqu'il est fait usage
...[+++]par l'autorité judiciaire d'exécution de cette faculté, un tel mandat d'arrêt pourrait être considéré comme un mandat aux fins de poursuite au sens de la décision-cadre, auquel cas les dispositions de l'article 5, point 3), de la décision-cadre seraient applicables.Indien de overlevering, volgens het kaderbesluit, afhankelijk « kan » worden gesteld « van de
voorwaarde dat de uitvaardigende rechterlijke autoriteit een voldoende garantie geeft dat de persoon tegen wie het Europees aanhoudingsbevel is uitgevaardigd, in de gelegenheid zal worden gesteld in de uitvaardigende lidstaat om een nieuw proces te verzoeken en aanwezig te zijn op de terechtzitting », rijst de vraag of, wanneer van die mogelijkheid gebruik wordt gemaakt door de uitvoerende rechterlijke autoriteit, een dergelijk aanhoudingsbevel zou kunnen worden beschouwd als een aanhoudingsbevel met het oog op de instelling van strafvervolging
...[+++]in de zin van het kaderbesluit, in welk geval de bepalingen van artikel 5, punt 3), van het kaderbesluit van toepassing zouden zijn.