« Sous réserve des dispositions du § 3, nul ne peut être nommé dans l'arrondissement de Bruxelles aux fonctions de président du tribunal de première instance, du tribunal de commerce ou du tribunal du travail, de procureur du Roi, d'auditeur du travail, de juge de paix, effectif ou suppléant, de juge, effectif ou suppléant, au tribunal de police ou de juge de de complément dans une justice de paix ou un tribunal de police, s'il ne justifie de la connaissance de la langue française et de la langue néerlandaise.
« Onverminderd de bepalingen van § 3 kan niemand, in het arrondissement Brussel, tot het ambt van voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, de rechtbank van koophandel of de arbeidsrechtbank, van procureur des Konings, arbeidsauditeur, werkend of plaatsvervangend vrederechter, werkend of plaatsvervangend rechter in een politierechtbank of van toegevoegd rechter in een vredegerecht of een politierechtbank, benoemd worden, indien hij niet bewijst Nederlands en Frans te kennen.