14. L'abrogation des articles 31, § 5, et 34, § 1 , troisième phrase, de la loi du 17 mai 2006 est susceptible d'avoir pour effet qu'un détenu qui satisfait aux conditions d'octroi de la détention limitée et de la surveillance électronique (article 23) ou qui remplit la condition de libération conditionnelle (article 25, § 2) ou de mise en liberté provisoire en vue de l'éloignement du territoire ou de la remise (article 26, § 2) ne peut, à défaut d'avis du directeur de la prison ou du ministère public, soumettre sa demande au juge ou au tribunal de l'application des peines.
14. De opheffing van artikel 31, § 5, en artikel 34, § 1, derde zin, van de wet van 17 mei 2006 kunnen tot gevolg hebben dat een gedetineerde
die voldoet aan de voorwaarden voor de toekenning van beperkte detentie en elektronisch toezicht (artikel 23) of die voldoet aan de voorwaarde van voorwaardelijke invrijheidsstelling (artikel 25, § 2) of voorlopige invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering (artikel 26, § 2) bij gebrek aan advies van de directeur van de gevangenis of van het openbaar ministerie, zijn verzoek niet aan de strafuitvoeringsrechter respectievelijk de strafuitvoering
...[+++]srechtbank kan voorleggen.