138 Les arguments relatifs à la non-prise en compte de certaines pièces justificatives ne concernent pas l’existence ou la suffisance de la motivation, mais le bien-fondé des motifs, celui-ci relevant de la légalité au fond de la décision attaquée (voir, en ce sens, arrêt de la Cour du 22 mars 2001, France/Commission, C‑17/99, Rec. p. I‑2481, point 35), et seront donc examinés dans le cadre du huitième moyen.
138 De argumenten betreffende de niet-inaanmerkingneming van bepaalde bewijsstukken hebben niet betrekking op het bestaan of de toereikendheid van de motivering, maar op de gegrondheid van de motivering, die de inhoudelijke rechtmatigheid van het bestreden besluit betreft (zie in die zin het arrest van het Hof van 22 maart 2001, Frankrijk/Commissie, C‑17/99, Jurispr. blz. I‑2481, punt 35), en zullen dus worden onderzocht in het kader van het achtste middel.