3. Pour les programmes opérationnels dont le dernier avis d'audit indique l'absence de dysfonctionnement important, la Commission peut convenir avec l'autorité d'audit, lors de la réunion suivante visée à l'article 37, paragraphe 2, de la possibilité de restreindre l'ampleur du travail d'audit requis de manière qu'il soit proportionnel au risque établi.
3. Voor operationele programma's waarvoor het recentste auditoordeel niet op significante tekortkomingen wijst, kan de Commissie op de eerstvolgende vergadering als bedoeld in artikel 37, lid 2, met de auditautoriteit overeenkomen minder auditwerkzaamheden te verrichten, zodat deze werkzaamheden evenredig zijn met het vastgestelde risico.