Art. 4. Si un membre effectif ou suppléant des organes dont question à l'article 3 ci-dessus exerce plusieurs mandats, il aura droit annuellement à un maximum de douze jours (semaine de cinq jours) d'absence rémunérés par son employeur pour participer à des sessions de formation organisées par les organisations syndicales, sans que cela ait comme conséquence d'augmenter le nombre total de jours d'absence pour formation syndicale tel que prévu à l'article 2 ci-dessus.
Art. 4. Indien een gewoon of plaatsvervangend lid van de organen waarvan sprake in artikel 3 hierboven verschillende mandaten uitoefent, heeft hij recht op maximum twaalf dagen (vijfdagenweek) per jaar door zijn werkgever betaalde afwezigheid om deel te nemen aan vormingscursussen die worden ingericht door de vakbonden, zonder dat dit evenwel tot gevolg mag hebben dat het totaal aantal afwezigheidsdagen voor vakbondsopleiding, zoals bepaald in artikel 2 hierboven, wordt overschreven.