J'attire à toutes fins utiles l'attention de l'honorable membre sur le fait qu'en vertu des modifications apportées à l'article 171, 1°, du Code des impôts sur les revenus 1992 par l'article 15, 1°, de la loi du 28 juillet 1992, portant des dispositions fiscales et financières, le taux normal d'imposition de la quotité des plus-values de cessation sur des immobilisations incorporelles n'excédant pas les bénéfices nets impo- sables afférents à l'activité délaissée réalisés au cours des quatre années qui précèdent celle de la cessation, s'élève désormais à 33 %.
Tot al wat dienen kan vestig ik er de aandacht van het geacht lid op dat ingevolge de wijzigingen aan- gebracht in artikel 171, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 door artikel 15, 1°, van de wet van 28 juli 1992 houdende fiscale en financiële bepalingen, de normale aanslagvoet van de stop- zettingsmeerwaarden op immateriële vaste activa, in zover ze niet meer bedragen dan de belastbare netto- winst die in de vier jaren voorafgaand aan het jaar van de stopzetting van de werkzaamheid is verkregen, voortaan 33 % bedraagt.