C. considérant que la compétitivité économique et la prospérité futures de l'Europe dépendront fondamentalement de sa capacité à utiliser pleinement ses forces de travail, y compris de la participation accrue des femmes au marché du travail; que l'une des priorités de la stratégie Europe 2020 est d'augmenter le nombre de femmes au travail de manière à porter à 75 % le taux d'emploi féminin d'ici à 2020; que les femmes sont plus nombreuses que les hommes à travailler à temps partiel ou sur la base de contrats de travail intérimaire et qu'elles sont dès lors plus facilement licenciées dans les périodes de crise et qu'il existe un risq
ue que la récession actuelle retarde ...[+++], ou même inverse, les progrès en vue de l'égalité entre les femmes et les hommes; que les possibilités de travail à temps partiel peuvent, toutefois, dans certains cas et pendant une certaine durée, aider les femmes et les hommes à concilier vie professionnelle, familiale et privée;
C. overwegende dat de toekomstige concurrentiepositie en welvarendheid van Europa voornamelijk afhangen van zijn mogelijkheid arbeidspotentieel ten volle te benutten, waartoe ook een grotere deelname door vrouwen aan het arbeidsproces behoort; overwegende dat een van de Europa 2020-prioriteiten is om meer vrouwen aan het werk te krijgen om een werkgelegenheid voor vrouwen van 75% te realiseren tegen 2020; overwegende dat naar verhouding meer vrouwen dan mannen een parttimebaan of een tijdelijk contract hebben en daardoor gemakkelijker kunnen worden ontslagen in tijden van crisis, en dat er een risico
is dat de huidige recessie vooruitgangen zal vertr ...[+++]agen, of zelfs vooruitgang richting gendergelijkheid zal omkeren; overwegende dat parttime werkgelegenheid in sommige gevallen en voor een zekere periode een positief effect kan hebben op vrouwen en mannen om hun werk, familie en privé-leven te combineren;